content image

Harm Renkema 

spreker & trainer 

Lege handen kunnen veel ontvangen!

Onlangs las ik een blog waarin de schrijver verzuchtte dat er zo weinig geschreven wordt over hoe je als man je weg vindt in en door de zogenaamde midlife crisis. Ergens herken ik dit wel en ik voel mij in ieder geval uitgedaagd om hier iets over te schrijven. 

Zelf ben ik inmiddels de leeftijd van de midlife crisis voorbij, althans dat vermoed ik wel. Volgens mij ben ik inmiddels gearriveerd in het landschap van de tweede levenshelft. Een landschap dat soms lijkt op een mooie zwoele zomeravond of op een kraakheldere namiddag in de winter. Waarbij de spanning van wat de dag gaat brengen en de druk dat er van alles moet gebeuren op een mooie manier is verminderd. Ook zijn er momenten dat het meer het karakter heeft van een troosteloze mistige dag waarbij de zon ergens anders lijkt te overwinteren. Maar hoe dan ook op de tweede helft van de middag kijk ik vaak met een mengeling van weemoed en dankbaarheid terug op wat de ochtend en de middag gebracht hebben. Ergens bekruipt mij het gevoel dat de dag voorbij is maar tegelijkertijd weet ik dat er nog vele uren komen! Bovendien is tijd een wonderlijk fenomeen. Soms lijkt het niet voorbij te gaan en soms is het zo vluchtig als water. 

De midlife crisis wordt ook wel de “crisis van de beperkingen” genoemd. Deze crisis lijkt in mijn leven voorbij te zijn en er is nu een periode van acceptatie en aanvaarding aangebroken. Ik weet zo’n beetje wie ik ben, wat ik kan en vooral wat ik niet kan en wie ik echt niet meer kan en wil zijn. Ooit las ik dat mensen boven de vijftig over het algemeen op twee manieren reageren. Er is een groep die stiekem al een beetje de boel aan het opruimen is en eigenlijk al wat afscheid neemt van het leven en er is een groep die een geheel nieuwe weg inslaat en nieuwe dromen durft te dromen en nieuwe wegen gaat bewandelen. Ik hoop toch werkelijk dat ik bij deze laatste groep hoor.

Natuurlijk is het goed om bepaalde zaken op te ruimen en te los te laten. Het is heerlijk om bepaalde ambities te verliezen, laat een nieuwe generatie zich hier maar op stukbijten. Ik draag ze met liefde over en laat ze met vreugde los. Tegelijkertijd besef ik dat ik een tijd lang geleefd heb met de overtuigingen van de eerste groep. “Zorg ervoor dat je verschillende zaken voor je vijftigste bereikt hebt want anders hoeft het niet meer.” Een tijdlang was dit voor mij een soort sombere overtuiging. Vorig jaar heb ik mijn vader ingehaald qua leef-tijd en nog een paar jaar en ik zal ook ouder zijn dan mijn moeder ooit geweest is. Hun vroegtijdige vertrek uit de wereld heeft mijn visie op mijn eigen levensreis behoorlijk beïnvloed.

Op dit moment zit ik voor mijn gevoel in een soort tussenfase. Een lege ruimte, een open landschap. Bepaalde dromen, verwachtingen, verplichtingen heb ik losgelaten en op dit moment weet ik nog niet wat er gaat komen. Ik sta letterlijk met lege handen en wat is dat mooi! Want lege handen kunnen veel ontvangen en alleen een open hand kun je geven. In de afgelopen jaren ben ik heel wat overtuigingen kwijt geraakt. Zekerheden over God, mijzelf en die mooie wereld om ons heen. Soms mis ik ze, die krachtige zekerheden, zo had ik een Godsbeeld dat stond als een huis. De laatste tijd ben ik soms vergeten hoe dat huis er uitzag. Het mooie is wel dat ik er nu meer dan ooit in woon. Ik weet niet meer zoveel over God maar voel me meer dan ooit thuis bij Hem. 

Deze tussentijd noemt men de liminele fase. Toch mooi dat zo’n verwarrende periode zo’n sjieke naam heeft. Een tijd waarin je het vertrouwde oude hebt losgelaten en waarbij het nieuwe nog onbekend is. Een fase die we over het algemeen niet echt waarderen terwijl er met een beetje geduld zoveel in te ontdekken is. Het liefst gaan we er zo snel mogelijk doorheen. Toch is het goed om er een tijdje in te verblijven. Het lijkt een beetje op wandelen in de mist. Een tijd geleden wandelende ik eens buitendijks op het wad. Ik had de dijk en het vaste land achter me gelaten en liep in de richting van de zee. De zee was niet te zien, ze was verborgen in het wit van de mist. Op een bepaald moment stond ik even stil, moe van het ploeteren door de zuigende blubber. Terwijl ik even op adem kom keek ik achterom. Alle vertrouwde contouren van het vaste land waren in nevelen gehuld. Ik bevond mij letterlijk in een grensgebied tussen land en zee, in een lege ruimte gevuld met licht en lucht. Even voelde ik paniek en onrust in mijzelf, mijn zintuigen raakten van slag door het “niets” dat overal aanwezig leek te zijn. Maar doordat ik niets meer zag en niks meer hoorde kon ik ineens heel dicht bij mijzelf blijven. Een tijdlang heb ik daar gestaan in een ogenschijnlijk leeg landschap en kon daar gewoon even “zijn”. 

Terwijl ik daar in dit niemandsland stond “te zijn” ontdekte ik ineens een ruimte in mijzelf en ik besefte dat ik hier niet alleen was. Het is de ruimte waarin God Zelf voortdurend liefdevol fluistert: “Ik hou van je, blijf hier nog even en vind rust.” Een intens moment waarin de aanwezigheid van God in ons leven geen theologisch concept is, geen droge theorie maar een levende realiteit. Ongelofelijk dichtbij. Met mijn haren nat van de mist en mijn wangen rood van de koude nevel stond ik daar en Zijn realiteit raakte mij aan. In deze mist sta ik met open handen, in deze mist reikt Jezus mij zijn uitgestoken hand toe en zegt: “kom en wandel met mij!”  Hij neemt mij bij de hand en nodigt mij uit om met Hem te dansen in de mist! 

Afgelopen kerst hoorde ik tijdens een kerkdienst de prachtige uitspraak: “God danst in het gewone!”  En het is tijdens zulke hele gewone alledaagse momenten dat wij uitgenodigd worden om te wandelen en te dansen en al dansend zal de mist verdwijnen!